
Epidaurus
-van de stad:
Epidaurus wordt door Homerus, in de catalogus van schepen,
vermeld als «Epidauros met de goede wijngaarden» (Ilias II 561.). In de 7e en 6e eeuw v.Chr.behoorde het tot de amphictionie die men «Minyers» noemden, waarvan de zetel was gevestigd op het eiland Kalaureia. Op het eind van de 6e eeuw v.Chr. werd de polis geregeerd door de tyrannos Prokles, die zijn dochter Melissa ten huwelijk gaf aan Periander, tyrannos van Korinthe.
Tijdens de Perzische Oorlogen stuurde de polis acht schepen naar de slag bij Artemision, 800 mannen naar Plataeae en 10 schepen naar Salamis. Bij het einde van de oorlog alliëerde Salamis zich met Sparta en trad toe tot de Peloponnesische Bond, tegen Athene en de Delische Bond. Epidaurus nam deel aan de «affaire van Corcyra» en voorzag triremen voor Korinthe. Daarop vormde Epidaurus een pijnpunt in de spanningen tussen Athene en Sparta.
In de klassieke periode genoot Epidaurus een grote vermaardheid dankzij zijn aan de god Asklepios gewijde heiligdom, waar men aan geneeskunde deed door middel van dromen. Het bestond uit meerdere publieke gebouwen, waaronder een grote tempel die werd gebouwd aan het begin van de 4e eeuw v.Chr. Ter ere van Asklepius organiseerde men de Asklepieia, vierjaarlijkse Panhelleense Spelen (pentetêrides agônes) bestaande uit paardenrennen en, vanaf de 4e eeuw, poëziewedstrijden. De cultus van Asklepios bereikte zijn hoogtepunt in de hellenistische periode.
In 243 v.Chr. trad Epidaurus tot de Achaeïsche Bond toe. Tijdens de zomer van 225 v.Chr. wordt de stad ingenomen door Cleomenes III, koning van Sparta. Daarop werd ze een bondgenoot van Rome. Publius Cornelius Scipio Aemilianus Africanus minor bezoekt Epidaurus in 168-167 v.Chr., alsook de andere grote steden van het hellenisme, als Athene, Delphi en Olympia. In 87 v.Chr. werd Epidaurus geplunderd door Lucius Cornelius Sulla, die de tempelschat plunderde. De laatste vermelding van Epidaurus gaat terug tot de 6e eeuw n. Chr., in de Synekdemos van Hierocles, een werk dat de administratieve indelingen van het Byzantijnse Rijk beschrijft.

Met het noemen van het cultusbeeld maakt Pausanias een begin met zijn beschrijving van het grote heiligdom voor Asklepios. Het hele terrein is een “heilig woud”, dus een speciaal aan Asklepios gewijd terrein, dat oorspronkelijk talloze bomen heeft gekend. Op het terrein zijn (resten van) meerdere gebouwen te bezichtigen:
A enkoimeterion E propylon
B tempel van Asklepios F stadion
C tholos G katagogeion (hotel)
D tempel van Artemis H theater
-van de genezing:
Dromen spelen in de geneeskunde in Epidauros een belangrijke rol. Nadat een patiënt eerst een rituele reiniging had ondergaan en een offer had gebracht betrad hij het zogenaamde enkoimeterion (slaapzaal), een soort stoa (zuilengang) met meerdere verdiepingen. Hier trachtte hij te slapen. In een droom zou dan Asklepios verschijnen in de gedaante van een hond of een slang en de weg naar genezing openbaren. Geloof doet wonderen, en velen vonden dan ook op deze manier genezing.
Op het heilige terrein vinden we naast de slaapzaal een tempel van Asklepios, een tempel van Artemis (zijn tante), een tholos (rond gebouw met een koepelvormig dak), een hotel, een bankethal en een badgebouw. Het stadion en het theater zijn representanten van de Spelen ter ere van Asklepios, ook Asklepieia genoemd. Om de 4 jaar werden ook hier panhelleense feesten gehouden, compleet met sport- en muzische wedstrijden. De status van deze Spelen heeft nooit die van Olympia, Delphi, Isthmia en Nemea geëveenaard. In 426 n.C. sloot het heiligdom op last van keizer Theodosius II voorgoed zijn poorten.